René ten Bos De chocola van Timothy Morton
Duistere ecologie is een maf boek van een maffe auteur. Niet iedereen zal er chocola van kunnen maken. Timothy Morton lijkt bij alles wat hij schrijft zichzelf ook op het spel te zetten. Dit boek gaat niet alleen over wat we tegenwoordig ecologie noemen, maar ook over gevoelens van schaamte, melancholie, droefheid, verveling, absurditeit, schuld of zelfs horror die zich van ons meester maken als we het lef hebben om een beetje serieus na te denken over het onderwerp. Morton zelf laat zich, net als in andere boeken die hij schreef, ook voortdurend meeslepen door deze gevoelens. Hij spreekt zelf liever van houding (attitude) of stemming (attunement) en hij ziet al die houdingen en stemmingen als de concentrische laagjes van een reep chocola. Het is maar dat u het weet. Ecologie of, liever nog, ecognosis is chocola.
Wat wordt hiermee bedoeld? Ecologisch bewustzijn is bitter, donker en zoet, net als chocola. ‘We hebben een stuk chocolade nodig’, schrijft hij. ‘Maar dit is speciale chocolade die de angst niet blokkeert.’ Want bezorgdheid, zo stelt de van oorsprong Britse filosoof, is de basis van ecologisch bewustzijn. Het gaat om het gevoel dat dingen niet helemaal gaan zoals zou moeten, dat dingen hun oorspronkelijke betekenis aan het kwijtraken zijn en dat er daarom iets griezeligs aan het gebeuren is, niet alleen ver weg, maar ook dichtbij. Tegelijkertijd kunnen we toch ook genieten van wat er gebeurt. Het gaat immers wel om chocola, ook al is het een raar soort chocola.
Laten we eens proberen te duiden wat dit allemaal betekent. Mortons filosofie geeft zich niet een-twee-drie. Het zit vol met beelden en concepten en soms raak je flink de weg kwijt. Maar je komt altijd ergens uit. En er zit toch een heel bekend filosofisch motief in zijn werk: Morton wil als een soort ecologische Socrates ons denken bevrijden. Ik kom straks terug op de vraag hoe we dat denken volgens hem kunnen bevrijden.
We beginnen met het idee zoetheid. Zoetheid en ecologie? Wat bedoelt Morton? Een eerste aanduiding: we kijken in het ‘miasma’ dat we zelf hebben gericht en we voelen ons er verantwoordelijk voor, maar we weten niet wat we met die verantwoordelijkheid aan moeten en juist dat niet-weten – iets wat in de socratische traditie ‘ironie’ genoemd werd – is dan weer iets waar een zoetheid in zit. Iedereen is verantwoordelijk en dus is niemand verantwoordelijk. Bijna marxistische humor: de mensheid is niets anders dan een stompzinnige algemeenheid.
Misschien moeten we dat gedoe over verantwoordelijkheid maar gewoon weglachen. Wat overblijft, is iets absurds: een chocoladereep met concentrische laagjes gemoedstoestanden. Hoe absurd dit is, blijkt als we over het intellect nadenken. Intellect, niet intelligentie. We weten bijvoorbeeld niet goed wat we met ons verstand aan moeten. Het brengt ons in verlegenheid. Het verstand is niets anders dan een extinctieorgaan, schrijft Morton. Hij echoot hier, zo lijkt het, de beroemde Amerikaanse bioloog Stephen Jay Gould, die ooit eens zei dat het feit dat bij de mens intelligentie tot op een individueel niveau is afgedaald geleid heeft tot collectieve waanzin. Hij voegde daar meteen aan toe dat dit een fout is die de natuur geen tweede keer weer maakt. Het verstand helpt ons niet te overleven, maar het helpt ons en tal van andere levende wezens met ons – alle andere ‘mensen’ of ‘symbionten’ noemt hij hen in Humankind – uit te sterven.
Maar om nu te zeggen dat we ons dan maar moeten overgeven aan het onverstand, dat gaat ook weer een brug te ver. ‘Het intellect wegdoen zou een absurd anti-intellectualisme zijn dat juist een deel van het probleem vormt, een poging om terug te keren naar een soort Natuurtoestand die wordt gedefinieerd door de ‘beschaving’ van haar symbionten te ontdoen: intellect, plastic, kanker.’ Gewoon met dingen willen ophouden of ze gewoon weg willen nemen verraadt precies het soort van mentaliteit dat Morton wenst te bekritiseren. Voor die mentaliteit heeft hij verschillende namen: de mooiste is misschien Easy-Think-substantie. Maar je kunt er varianten op bedenken: agrilogistiek, managementdenken, het denken van de schone ziel of, erger nog, gezond verstand. Het is, zo legt Morton uit, altijd heel verleidelijk om de aangeboden chocola naast je neer te leggen. De aangeboden chocola heeft een te complexe smaak. ‘We zijn’, schrijft hij met een gevoel van berusting dat hem zo nu en dan overvalt, ‘allergisch geworden voor chocolade.’ Zeker, maar we kunnen niet meer zonder, we hebben al een hap van de reep genomen en het heeft geen zin net te doen als iemand die op dieet is en zich schuldig voelt over de zonde die hij zojuist al snoepend heeft begaan. De ‘oude vertrouwde schuld’ noemt Morton dat. De oude vertrouwde schuld maakt alles weer zo makkelijk. Maar we zijn al in de ban van de complexe smaak van de ecognosis.
Ecognosis? Ecognosis is wat donker-bitter-zoete ecologie mogelijk maakt. Wat moet je denken als je ecologisch wilt denken? Drie soorten duisternis. Drie draden in het verhaal. De eerste duisternis is de duisternis die dingen ondoorzichtig en complex maakt. Dit noem je de deprimerende duisternis. Veel mensen komen niet verder dan dit. Toen ik mijn boek over het antropoceen schreef, een thema dat natuurlijk ook door Morton wordt aangeroerd, kreeg ik berichten van mensen die zich afvroegen hoe ik zoveel deprimerende gedachten kon overleven. Maar daar gaat het nu juist om: niet in depressies blijven hangen. Tegen het eind van het boek citeert Morton de neuroloog Adam Kaplin: ‘Het ergste van een depressie is dat het gezichtsveld verengt tot een heel smalle buis zodat [mensen] de opties niet meer kunnen zien.’ De wereld verengen tot een buis is precies wat mensen sinds duizenden jaren, sinds het neolithicum, hebben gedaan. En we denderen steeds verder door in die depressie: volgens de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) zal depressie doodsoorzaak nummer één zijn in 2030. Niet goed dus. Als eco-radicalen zeggen dat dit wel goed is, is dit dus een uiting van depressiviteit.
De tweede duisternis is de duisternis die de ogen opent en die je het gevoel geeft dat alles toch wel verdomd unheimlich is. Het is alsof we in een bijna-socratische beweging ergens uit worden gesleurd – noem het een grot, noem het een buis – om dan de werkelijkheid onder ogen te zien en te merken dat we volledig geïntimideerd zijn. Maar dan zijn we al wel wat opgeschoten: je kunt de wereld beter griezelig of uncanny vinden, dan deprimerend. Toch is het niet de bedoeling om in angst te blijven steken. Angst eet de ziel op, zei de Duitse filmmaker Rainer-Werner Fassbinder ooit eens. Angst heeft geen zin. ‘Je hoeft niet bang te zijn’, schrijft Morton vermanend en tegelijkertijd geruststellend.
Dus moet er een doorstoot komen naar een derde soort duisternis en die duisternis is bitterzoet. In feite biedt Morton ons een soort recept in de vorm van een chocoladereep die ons helpt uit de depressie en de angst te komen over wat er met de planeet gebeurt. Het motief in het boek zou je in die zin therapeutisch kunnen noemen. En in een adem ook zelf-therapeutisch.
De chocoladereep heet ECOGNOSIS. Als je erin bijt, dan krijg je inzicht in jezelf en de wereld. Het gaat om kennen, zo lezen we, maar ook om gekend willen worden. Hoe je je dat laatste moet voorstellen, wordt duidelijk aan het slot van het boek. Wie zichzelf door ecognosis leert kennen, begrijpt de ironie van zijn leven. Die ironie is heel simpel het besef dat je zelf gevangen zit in een lus (loop). Die ironie geeft je niet de snelheid om je daar zomaar uit te halen. Maar ze levert iets op wat je maar weinig in filosofieboeken tegen komt: eerlijkheid. En uit die eerlijkheid kun je een soort plezier scheppen. Zelfs een soort erotiek. Gnosis, zo lezen we, is denken dat seks met zichzelf heeft. Wat is dan ecognosis? Denken dat de wereld met zichzelf seks heeft? Of een denkende wereld die doordat ze denkt constant met zichzelf seks heeft? Wie er nog chocola van kan maken, mag het zeggen, maar een opwindende achtbaantocht vol lussen en bochten is in ieder geval gegarandeerd.
René ten Bos is hoogleraar filosofie en Denker des Vaderlands. In 2017 verscheen Dwalen in het antropoceen, een boek over ecologie waarin Timothy Morton uitvoerig wordt behandeld. Onlangs verscheen zijn nieuwste boek, Het volk in de grot.