Lex Mulder over 'Trainen zonder zaaltjesleed'
Wat een eigendunk. Nogal pretentieus, wie denk je wel dat je bent met je 'zaaltjesleed'? Waar slaat dat op? Er wordt in Nederland toch serieus, kwalitatief goed en professioneel getraind?
‘Te weinig, kijk maar eens in al die zaaltjes waar vermoeide trainers ongeïnteresseerde deelnemers door powerpointsessies heen sleuren. Kijk naar die tafels in de onvermijdelijke U vorm, bezaaid met mappen. Overal flip-over vellen tegen de muur geplakt. Vervolgens kom je in de lobby van het hotel of in een zithoekje van het conferentieoord subgroepen tegen. Clubjes mensen die met serieuze gezichten flip-overvellen volschrijven. Het kan nog erger: flip-overvellen beplakken met post-its …’
Wacht eens even: nu scheer je wel een hele beroepsgroep over één kam.
‘Dat klopt, moet ik niet doen. Er is onderscheid te maken.’
Hoe dan?
‘Trainers zijn onder te verdelen in drie categorieën.
Eén: klassieke trainers die zweren bij kennisoverdracht en modellen. En dat dan het liefst via PowerPoint.
Twee: creatieve collega’s, die experimenteren met allerlei nieuwe vormen van interventies.
En drie: gedesillusioneerde en uitgebluste collega’s die op routine drijven.
O ja, en dan nog een vierde: opleidingsorganisaties – en dus ook trainers – die dit vak vooral als een verdienmodel zien. Dat zijn gevaarlijke clubs.’
Is dat echt alles?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik vergeet nog een categorie. De belangrijkste: trainers die hun vak met hart en ziel uitoefenen.’
Zo, dat zijn dus al vijf groepen. Ik dacht dat je er niet van hield om mensen in hokjes te plaatsen?
‘Eh …'
Geeft niet hoor, als je geen antwoord hebt. Even een andere vraag: tot welke categorie vind je dat je zelf hoort?
‘Nou …’
Geeft niet hoor, als je geen antwoord hebt. Of heb je dat wel?
‘Nou … Als ik eerlijk ben, herken ik mezelf wel een beetje in alle vijf de omschrijvingen. Nee, wacht eens, alleen niet in het type van de PowerPointadepten. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik nooit een PowerPointpresentatie geef.’
Dat is dapper… Kan je kort beschrijven waar het boek over gaat?
‘Ja. Hoe je levendig, inspirerend en ervaringsgericht kunt trainen en ook nog duurzame resultaten kan behalen.’
Over die resultaten. Is het gegarandeerd dat ik als ik volgens jouw aanpak groepen begeleid, altijd resultaat boek?
‘Ben je gek, in training en coaching kan je nooit garanties geven. Hoewel trainingsbureaus die dit vak voornamelijk als verdienmodel zien dat wel willen doen geloven.’
Oké. Dan nog één vraag: voor wie heb je het boek eigenlijk geschreven?
‘Even kijken. Voor de gedesillusioneerden niet, want die willen toch niets lezen. Voor de klassieke trainers ook niet, want die blijven trouw aan de hun bekende manier van trainen. Voor de creatieve collega’s? Nee, voor hen ook niet, want die zijn eigenwijs genoeg om hun eigen weg te vinden. Voor de trainers die dit vak bekijken vanuit de vraag wat het economisch oplevert? Nee, de manier van trainen die ik in dit boek beschrijf levert je niet zo een-twee-drie meer opdrachten op, eerder het tegendeel. Ja, voor de trainers die met hart en ziel hun vak uitoefenen, eigenlijk voor hen. Maar ik ben bang dat zij zo opgeslokt worden door uitvoerend werk dat ze geen tijd overhouden om te lezen.’
Dit boek heeft dus eigenlijk geen lezerspubliek?
‘Eh …’