Behandelprotocol Paniekstoornis
Het Behandelprotocol Paniekstoornis is gericht op het anders leren omgaan met paniekaanvallen. Het is een herziening van het Behandelprotocol Angst en Paniek, en is volledig geactualiseerd. Het bestaat uit verschillende onderdelen cognitieve gedragstherapie.
De opbouw van het behandelprotocol
De verschillende onderdelen van het behandelprotocol zijn:
- Psycho-educatie. Uitleg over paniekaanvallen en paniekstoornis helpt de cliënt te begrijpen wat er aan de hand is en wat er in het lichaam gebeurt.
- Interoceptieve exposure. Interoceptieve-exposure-oefeningen laten de cliënt wennen aan angst voor lichamelijke sensaties. Hij leert dat deze sensaties opgeroepen kunnen worden en vanzelf verdwijnen.
- Cognitieve therapie. Cognitieve therapie leert cliënten om automatische, angstige gedachten te herkennen en alternatieve gedachten te formuleren.
- Exposure in vivo. Tot slot is exposure in vivo gericht op blootstelling aan angstige situaties waardoor angst voor deze situaties en angst voor lichamelijke sensaties daarbij kan uitdoven. Zodoende vindt vermindering van vermijdingsgedrag plaats.
In het protocol zijn 12 sessies opgenomen en een evaluatieformulier. Deze behandeling is onderzocht en levert significante verbetering op bij de cliënten.
Voor professionals
De behandelprotocollen van Uitgeverij Boom zijn geschreven voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Ze gebruiken veelal cognitief gedragstherapeutische technieken.
De behandelprotocollen van Uitgeverij Boom
Alle protocollen bestaan uit twee delen: een therapeutenboek en een werkboek. In het therapeutenboek is per sessie beschreven welke onderdelen je met de cliënt kunt bespreken en oefenen. Voor het bijhouden van de voortgang van jouw behandeling vind je registratielijsten, grafiekpapier en evaluatieformulieren. Daarnaast biedt het protocol je suggesties voor het oplossen van bij je cliënt voorkomende (klachtspecifieke) problemen. In het werkboek vindt je cliënt naast uitgebreide informatie over de behandeling en haar verschillende onderdelen, oefeningen, registratieformulieren en klachtspecifieke vragenlijsten.
