Vergeleken met de Tweede Wereldoorlog was de daaropvolgende kwart eeuw voor het Ministerie van Justitie een oase van rust. Al gebeurde er nog steeds genoeg. Eerst moesten de restanten van de oorlog worden opgeruimd, in de vorm van bijzondere rechtspleging, en tegelijk moest aan de wederopbouw gewerkt worden. De bevolkingsgroei zorgde daarbij voor toenemende werkzaamheden voor politie en rechtspraak en voor de groei van taken voor kinderbescherming en gevangeniswezen. Daarnaast kwam de welvaart, die ertoe leidde dat meer mensen een auto of brommer konden kopen, wat voor meer verkeer en daarmee verkeersovertredingen zorgde. Ook waren er de nodige saillante incidenten. Zo stopte een hoge ambtenaar per ongeluk een geheim rapport van de Veiligheidsdienst bij het oud papier, waarna het in De Telegraaf werd gepubliceerd. Ook was het een tijd waarin crystal meth zonder recept bij de apotheek te koop was en abortus werd beschouwd als iets waarover de arts en niet de strafrechter het laatste woord heeft. Een psychiater misbruikte een patiënt en ging vrijuit omdat hij aan beginnende dementie zou lijden, wat hem niet in de weg zat om nog tien wetenschappelijke boeken te schrijven. Kortom, voor het ministerie van Justitie waren er ook na de oorlog nog flink wat problemen om op te lossen.
Marcel Verburg (1953) schreef zes boeken over het Ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie. Zijn vorige boek werd in De Groene Amsterdammer geroemd als een ‘voorbeeldige geschiedenis van het Ministerie van Justitie tijdens de oorlog’.
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account