Immanuel Kant besluit zijn laatste grote werk over de zeden met beschouwingen over vriendschap. Jarenlang rondde hij er zijn ethiekcolleges mee af. De hele praktische filosofie van verlichtingsdenker Kant blijkt veel genuanceerder dan de gerenommeerde plichtenleer suggereert.
Het spreekwoordelijk geworden dualisme van ideaal en werkelijkheid, plicht en geluk, rede en gevoel, liefde en respect, afstand en toenadering, bekentenis en geheim, intentie en verwachting is juist telkens afgestemd op een verhoopte mogelijke synthese. Hoe zeldzaam ook (zij is ‘een zwarte zwaan’) de vriendschap bestaat wel degelijk.
In dialoog met klassieke premoderne auteurs (Aristoteles, Montaigne), kritische tijdgenoten (Von Kleist, Schiller), latere wijsgerige beschouwingen (Ricoeur, Levinas, Jankélévitch, Derrida) en evocaties uit de literatuur (Proust, Marai) krijgt Kants idee van vriendschap hier haar eigen fijnzinnig profiel. Vriendschap is een deugd en onze opvatting daarover is niet alleen verweven met seksuele geaardheid, schoonheidsidealen en persoonlijk welzijn, maar ook met maatschappelijke thema’s van politieke en religieuze aard. Het boek ontsluit aldus de gehele praktische filosofie van Kant en het illustreert haar blijvend belang voor de huidige samenleving.
‘Deze observaties van Kant en anderen over vriendschap zijn inspirerend en zetten aan tot eigen gedachtevorming.’ – de Volkskrant
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account