Verschenen: In de greep van een eetstoornis
Voorkomen en behandelen van eetstoornissen
De behandeling van eetstoornissen roept de nodige vragen op. Wanneer iemand ernstig verzwakt is geraakt wordt vaak eerst gestreefd naar toename van eten en gewicht alvorens psychische hulp te bieden. Soms worden dwangvoeding en fixatie toegepast, maar dat is heel traumatiserend voor iemand die haar identiteit heeft opgebouwd rondom niet-eten. Wat is er nodig om de behandeling van eetstoornissen te verbeteren? Wat betekent het voor ouders om machteloos toe te zien hoe hun kind steeds verder afglijdt? Wat kunnen behandelaars leren van hun ervaringen om in de toekomst te voorkomen dat mensen een ernstige eetstoornis ontwikkelen en hieraan overlijden? In dit boek geeft Greta Noordenbos antwoord op deze vragen aan de hand van interviews die zij deed met ouders en behandelaars.
De kans op overlijden het grootst van alle psychiatrische stoornissen
Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar mensen die aan een ernstige eetstoornis zijn overleden. Zij hebben vaak meerdere behandelingen gehad die niet effectief waren, waardoor ze onvoldoende verbeterden en een terugval kregen. Daardoor kregen ze steeds zwaardere vormen van behandeling, waardoor ze de controle over hun leven steeds meer kwijtraakten. Geschat wordt dat ongeveer 20 procent van de patiënten een langdurige en ernstige eetstoornis ontwikkelt. Vooral anorexia nervosa blijkt zeer moeilijk te behandelen en de kans op overlijden is met 5 procent het grootst van alle psychiatrische stoornissen. De hoofdpersonen die in dit boek centraal staan zijn meisjes die al op jonge leeftijd begonnen met extreem lijnen en afvallen, en die ondanks alle behandelingen die ze kregen niet in staat waren te verbeteren en er uiteindelijk aan overleden zijn.
Bredere visie op de behandeling van eetstoornissen
In het laatste hoofdstuk van In de greep van een eetstoornis pleit Noordenbos voor een bredere visie op het ontwikkelen, behandelen en herstellen van een eetstoornis. Daarbij is meer aandacht nodig voor de onderliggende psychische problemen die de aanleiding vormden voor het ontwikkelen en continueren van de eetstoornis. Vanuit die visie is het wenselijk om niet eerst te wachten met psychische behandeling tot het gewicht hersteld is, maar van meet af aan te werken aan het verminderen van psychische problemen. Vroegtijdige behandeling die gelijktijdig gericht is op zowel lichamelijke als psychosociale verbetering kan bijdragen aan duurzaam herstel, zodat de patiënt de eetstoornis niet langer nodig heeft en zich gezond verder kan ontwikkelen.
Dit boek is bedoeld voor professionals die te maken krijgen met eetstoornispatiënten, zoals huis-en kinderartsen, psychologen, psychiaters, diëtisten en verpleegkundigen. Maar ook voor directeuren van centra voor eetstoornissen en zorgverzekeraars. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de zorg voor mensen met een eetstoornis. Daarnaast is dit boek bedoeld voor ouders en naasten die te maken hebben (gehad) met een kind, partner, zus of broer met een ernstige eetstoornis. Mogelijk kan de herkenning van ervaringen van andere ouders en lotgenotencontact hen helpen om hiermee om te gaan.